donderdag 8 december 2011

Alledaagse dingen

8 december – Ik realiseer me net dat ik hier nu precies een maand ben. Ik heb gerouwd en ben getrouwd, ik leer de taal, cultuur en mensen kennen. In veel opzichten voel ik me als kind die nog alles moet leren. Even een paar grappige alledaagse dingen die ik heb moeten leren:
 
Douchen met de mandibak. Normaal gesproken is deze "bak" gemaakt van steen en vormt het één geheel met de muren van het huis (dan is het dus gewoon ingebouwd). In ons geval betreft het gewoon een soort grote plastic ton gevuld met water. Met een grote plastic schep, dat de vorm heeft van een steelpan, schep je er water uit en giet je dat over jezelf uit. Dan neem je even tijd om jezelf helemaal in te soppen om je vervolgens opnieuw helemaal af te spoelen. Naar Nederlandse maatstaven is de badkamer trouwens erg onhygiënisch. Maar daarin vind ik mijn weg wel… (In tegenstelling tot de openbare toiletten waar je alleen maar gehurkt je behoefte kan doen!)
 
Cadeautjes laten inpakken in de winkel: nooit doen, daar hebben ze hier vijf medewerkers voor nodig waar je een half uur op moet wachten!
 
Zwerfkinderen geld geven: nooit doen. Het is de keiharde realiteit dat zwerfkinderen hier op pad worden gestuurd door de onderwereld, om geld te verdienen door te bedelen. Het voelt heel dubbel om zo'n kind te weigeren, maar je wilt ook niet bijdragen aan de criminaliteit hier.
 
Zonder auto of motor ben je hier nergens. Het is heel simpel op Bali: fietsers en wandelaars gaan dood in het verkeer. (Oké, misschien een beetje overdreven.) Het eigenaardige is dat er toch relatief weinig ongelukken gebeuren.
 
De taal is een gevoelstaal. Daarmee bedoel ik dat het absoluut niet specifiek is, maar open staat voor interpretatie. In het Nederlands zou ik bijvoorbeeld zeggen: er is altijd wel iets met je aan de hand. In het Indonesisch zeg ik dan zoiets als: er is er is maar.
 
Met geld kun je de bureaucratie in jouw voordeel laten werken. Je geeft iemand wat en je glimlacht erbij, en het systeem werkt opeens veel sneller! Dit kun je natuurlijk ook corruptie noemen, maar als het om kleine dingen gaat heb ik geleerd dat ik er niet zo zwaar over hoef te doen. Ook in Nederland hebben wij onze eigenaardigheden waar wij niet moeilijk over doen, zoals het illegaal downloaden en kopiëren van bepaalde producten.
 
Nou, zo zijn er nog wel veel meer van dit soort "nieuwe" dingen die deze Indonesische wereld zo anders maken, maar mijn creativiteit raakt nu even op.

maandag 5 december 2011

GOD VOORZIET

5 december – Zaterdag hebben we de laatste kosten van de bruiloft berekend en het geld uit de muur gehaald. We zijn helemaal voorzien!
 
Even een ander leuk voorbeeld van hoe God voorziet: bij de bruiloft is er gebruik gemaakt van koelboxen. Één daarvan is helaas stuk gegaan en we moesten dit weekend op zoek naar een nieuwe koelbox. Het ging om een vrij groot ding. We waren al langs drie winkels gegaan en bij alle drie de winkels lag de prijs rond de € 70. Bekeken vanuit onze huidige financiële situatie is dat best veel. Ik baalde ontzettend omdat het zo'n onnodige uitgave leek. De mensen van wie we die koelbox geleend hadden, wilden bovendien specifiek een Coca-Cola koelbox! Onze laatste hoop was een opslagplaats van Coca-Cola. Daar aangekomen legde de bewaker aan ons uit dat er niet meer zulke koelboxen gemaakt werden, maar dat we wel mochten rondkijken of er nog een of twee over waren. Als dat zo was, mochten we die gratis meenemen. Je voelt natuurlijk al aan wat er vervolgens is gebeurd… Toen we het terrein op reden zagen we een stapel koelboxen, alsof ze voor ons waren klaargezet. We vierden een feestje in de auto! ;–)
 
Verder gaat alles goed met mij. Het blijft een leerproces, maar ik raak nu wel een beetje aan de strijd gewend (dat wil dus niet zeggen dat die strijd voorbij is). Ik ben gezond en heb nu weer genoeg tijd met de Heer.

vrijdag 2 december 2011

Jezus spreekt

2 december – Gister heeft de Heer iets moois gedaan. Een van de familie van O kwam over de vloer. O was op haar kantoor, en ik was die ochtend ziek geworden. Mijn schoonmoeder en E (zo noem ik dat familielid vanaf nu maar even) praatten wat met elkaar en ik zit erbij te luisteren met buikpijn. Plotseling voel ik me onwel worden. Ik word helemaal duizelig en zweet als een gek. E zegt dat ik even moet gaan liggen, wat ik ook zeker doe. Nu lig ik in mijn slaapkamer, terwijl ik de twee dames in de huiskamer hoor praten.
 
'S ochtends had ik een boekje naar de huiskamer meegenomen, getiteld "Jezus spreekt". Die had ik daar op de tafel gelegd. Terwijl ik daar al een tijdje op bed lig, hoor ik (door de deur heen) E plotseling zeggen "Jezus spreekt". Onmiddellijk bid ik dat de Heer persoonlijk tot haar mag spreken, door dat boekje heen. Een paar seconden later hoor ik "klopt precies, klopt precies!". Op dat moment voel ik de vreugde van de heilige Geest over me komen en verdwijnt de pijn in mijn buik. Ik dank de Heer dat ik ziek mocht zijn om deze reden! Achteraf hoorde ik van mijn schoonmoeder dat de Heer inderdaad dat boekje had gebruikt om heel specifiek tegen E te spreken.

donderdag 1 december 2011

Cultuurschok

1 december – De laatste paar dagen zijn opnieuw goed voor mij geweest. Ik ervaar continu de cultuurschok, maar ook overwinning.
 
De Indonesische cultuur is collectivistisch, in plaats van individualistisch zoals in Nederland (daar heb je die woorden weer). Wat dat betreft zijn de culturen van mij en O compleet tegenovergesteld aan elkaar. Ik noem een paar voorbeelden: mensen komen vaak onaangekondigd langs, en als ze langskomen gedragen ze zich alsof ze thuis zijn. Ze gebruiken mijn bezittingen (ik heb het dan gelukkig over onpersoonlijke bezittingen). Ze zetten bijvoorbeeld gewoon de tv aan. En als ze dat leuk vinden blijven ze ook tot in de nacht "gezellig" kletsen met mijn schoonmoeder, terwijl ik zelf probeer te slapen. Ik heb er nu niet alleen over hele goeie vrienden, maar ook vrienden die wij "goede kennissen" zouden noemen.
 
Laatst heb ik ook wat familie uit Makariki ontmoet. Als ik zeg familie, dan bedoel ik dat in de breedste zin van het woord; in dit geval ging het om een achterneef-achtige-oom die in de stamboom van O misschien op de achterkant van de pagina zou staan. ;–) Deze achterneef-achtige-oom had onze auto nodig om naar zijn hotel te komen. Onderweg wilde hij samen met zijn kameraad ook nog even eten langs de kant van de weg. En o ja, O kon hem ook nog wel even helpen om een ticket te boeken (ook nog eens allemaal onderweg). We kwamen om 11:30 's nachts thuis.
 
Dit klinkt allemaal niet zo heel erg, maar het zijn wel dingen waar ik dag in dag uit tegenaan blijf lopen. De individualistische Nederlander in mij vraagt zich vaak af of ze hier wel persoonlijke grenzen respecteren. Ik vermoed dat het antwoord "nee" is. "Nee", omdat ze geen persoonlijke grenzen kennen. Misschien is het wel zo dat collectivistisch zijn, betekent, dat je persoonlijke leven overgaat in de levens van anderen. Als ieders bestaan in elkaar overgaat, is het logisch dat mensen geen grenzen respecteren (want die herkennen ze simpelweg niet), maar ook niet voor zichzelf grenzen stellen. (Het is trouwens niet zo dat er helemaal geen grenzen zijn. De slaapkamer van man en vrouw is bijvoorbeeld wel verboden terrein voor anderen.)
 
Nu klinkt het alsof het allemaal negatief is en dat is absoluut niet zo. De mensen die zich zo gedragen alsof ze thuis zijn, beginnen bijvoorbeeld ook zelf de vloer aan te vegen. Of ze kopen spontaan wat eten voor je. En ik merk dat ze er echt van genieten om mij te ontmoeten!
 
In dit alles bevestigt God mij keer op keer dat ik gewoon moet meegaan in de situatie zoals die zich aandient. Ik moet me aanpassen voor deze cultuur, voor deze mensen, en niet andersom. Ik geloof dat God dit van mij vraagt. Als Hij het niet zou vragen, zou ik het nooit doen. Dit is mijn aanbidding; dat ik mezelf uitgiet als een plengoffer in het grote plan van God.